Een hervorming van de kinderbijslag naar Canadees model slaat twee vliegen in een klap: de kinderarmoede daalt met 35%, en het vermijdt de inkomensvallen in het huidige systeem. De volgende Vlaamse regering weet wat te doen.
De roep om een fundamentele hervorming van het Groeipakket is groot. Hoe zo’n fundamentele hervorming er zou kunnen uitzien werd echter nooit eerder in kaart gebracht. In een nieuwe Sociaal Beleidsbrief onderzochten we op welke manier het Groeipakket met hetzelfde budget toch de armoede beter kan bestrijden zonder inkomensvallen te veroorzaken.
We haalden daarvoor de mosterd bij Canada, Denemarken en de schooltoeslag; drie systemen die werken met bedragen die uitgefaseerd worden naarmate het gezinsinkomen stijgt in plaats van met harde inkomensgrenzen zoals bij de bestaande sociale toeslagen. Ter vergelijking probeerden we ook om binnen de bestaande architectuur van het Groeipakket, met basisbedragen en sociale toeslagen, een maximaal armoede-reducerend effect te bewerkstelligen.
De resultaten tonen dat het mogelijk is om met hetzelfde budget voor het Groeipakket de armoede in Vlaanderen substantieel te doen dalen. Een hervorming naar Canadees model, waarbij fors meer wordt gegeven aan de kinderen die het meer nodig hebben, en waar de bedragen per kind gefaseerd afbouwen naarmate het gezinsinkomen stijgt slaat twee vliegen in een klap: de kinderarmoede daalt met 35%, en het vermijdt de inkomensvallen in het huidige Groeipakket.
Maar is een nieuw beleidsontwerp wel nodig? Onze simulaties tonen dat ook het huidige Groeipakket veel effectiever kan worden ingezet in de strijd tegen armoede. Een verhoging van de sociale toeslagen met 350% en een verlaging van de basisbedragen met 30% levert ook een daling op van de kinderarmoede met 35%. Maar omdat de sociale toeslagen wegvallen wanneer een beperkt aantal harde inkomensgrenzen worden overschreden, zou zo’n hervorming de inkomensvallen navenant doen toenemen. Het is niet mogelijk om binnen het bestaande Groeipakket twee vliegen in een klap te slaan: de armoede fors verminderen kan niet zonder de bestaande inkomensvallen te vergroten.
Alle berekeningen, keuzes en assumpties, en alle resultaten (armoede, verdeling, budgetten, gemiddelde bedragen) zijn hier te vinden: https://lnkd.in/e3E8cj-s
Author Archives: wvlancker
New publication in the American Sociological Review
New publication in Journal of European Social Policy
Recently, Ilze Plavgo and Anton Hemerijck published a piece in the Journal of European Social Policy offering a ‘litmus test’ of social investment. In response, Zachary Parolin and I argue that their analysis does not support their conclusion and that social investment deserves a more critical assessment.
Social investment has been central to recent EU social policy debates. We argue that its conceptual and empirical shortcomings prevent it from improving our knowledge of how different policy choices affect social outcomes across the EU.
Read our response here.
(Drop me a line if you don’t have access to the article.)
Op-ed in De Standaard: Kinderbijslag doet armoede onmiddellijk dalen
In een opiniebijdrage in De Standaard van woensdag 24 maart 2021 leg ik uit waarom ik het oneens ben met collega Stijn Baert (Ugent). Ja, er moet veel meer geïnvesteerd worden in de kinderopvang in Vlaanderen, en dan in het bijzonder in de kwaliteit en in de toegankelijkheid voor iedereen. Neen, dat geld moet niet van de kinderbijslag komen. Dat zou de kinderarmoede alleen maar doen toenemen, en dus geen enkel maatschappelijk probleem oplossen.
Als we meer willen investeren in kinderen, halen we dat geld dan bij beleid dat effectief de kinderarmoede doet dalen, of halen we het geld bij beleidsmaatregelen die niét effectief zijn? Bijvoorbeeld de miljarden Vlaamse lastenverlagingen die netto nauwelijks extra jobs opleveren. Ik weet wat de maatschappij het meest zal opleveren.
Pano reportage ‘Te Huur/Te Duur’
Woensdag 17 februari 2021 werd de Pano reportage ‘Te Huur/Te Duur’ uitgezonden op Een. Ik was een van de interviewees omtrent de problematiek van de private huurmarkt en het hoge armoederisico bij private huurders. Herbekijk de reportage hier: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/02/17/pano-te-huur-te-duur/
Op-ed in De Standaard: “Exit-strategie voor de sociale zekerheid
In De Standaard van zaterdag 9 januari 2021 schreef ik een opiniebijdrage over de toekomst van de sociale zekerheid. De volledige tekst kunt u hieronder lezen:
Een exitstrategie voor de sociale zekerheid
Wim Van Lancker
Professor sociaal werk en sociaal beleid, Centrum voor Sociologisch Onderzoek (KU Leuven).
Zaterdag 9 januari 2021 om 3.25 uur
Hoe bieden we genoeg inkomensbescherming en stabiliteit aan iedereen? Een groep experts zou zich over die vraag moeten buigen, schrijft Wim Van Lancker.
Doet corona de armoede stijgen, of niet? Aan de ene kant worden met de regelmaat van de klok onheilstijdingen bericht over stijgende armoede, lange rijen aan de voedselbanken en een sociale crisis zonder weerga. Deze krant schreef dat de vloer onder de welvaartsstaat wegzakt (DS 2 november). Aan de andere kant blijft het met een vergrootglas zoeken naar een rimpeling in de statistieken.
Wat weten we nu echt? Corona is geen gelijkmaker. De verspreiding van het virus en de maatregelen om die verspreiding tegen te gaan, hebben geleid tot een economische schokgolf. De Nationale Bank rapporteert voor 2020 een krimp van de economie met 6,7 procent. Maar die krimp treft niet iedereen in dezelfde mate. Sommige sectoren werden veel zwaarder getroffen dan andere. Voor de kleinhandel, de horeca en de culturele sector blijft het tot op vandaag onmogelijk om op een normale manier te werken.
Het zijn sectoren waar bovengemiddeld veel jongeren, kortgeschoolden, alleenstaanden, zelfstandigen en huurders werkers. Vaak zijn dat mensen met lage lonen en weinig spaargeld. De OCMW’s rapporteren een toename van vragen naar voedselhulp of schuldbemiddeling. De voedselbanken geven forse stijgingen aan van het aantal cliënten. Vaak zijn dat nieuwe gezichten, mensen uit de middenklasse die hun schroom moeten overwinnen om een voedselpakket af te halen. De onzekerheid waarin veel gezinnen worden gestort, onderschatten we het best niet.
Deksel op de snelkookpan
Maar waarom vinden we die indicaties niet terug in de cijfers over werkloosheid en armoede? De grootste impact op de arbeidsmarkt wordt opgevangen door het vangnet van de sociale zekerheid, zoals de tijdelijke werkloosheid voor werknemers en de overbruggingsrechten voor zelfstandigen. Dat vangnet werd ook soepeler toegekend en genereuzer gemaakt, waardoor het inkomstenverlies van de werkenden die er een beroep op kunnen doen, meevalt. Bedrijven in moeilijkheden krijgen uitstel van betalingen, en de regionale en federale overheden gaven er ook nog eens allerhande premies bovenop.
Omdat er geen actuele armoedecijfers beschikbaar zijn, moeten die worden ingeschat. Recente simulaties van ons onderzoeksconsortium Covivat tonen dat de armoede in de maand april, op het hoogtepunt van de eerste golf, met 1,2 procentpunt gestegen zou zijn. Het gaat over zo’n 135.000 mensen extra die in armoede zijn beland. Tegelijkertijd is het duidelijk dat de sociale zekerheid de grootste economische schok sinds de Tweede Wereldoorlog goed heeft opgevangen. Als het deksel op een snelkookpan houdt het de stijgende druk onder controle.
Maar binnen blijft het broeien, en ooit moet het deksel van de pot. Er is niet alleen nood aan een exitstrategie uit de lockdown, maar ook aan een exitstrategie voor de sociale zekerheid. En die twee zijn sterk met elkaar verbonden.
Vermolmde vloer
Net omdat het virus goed gedijt in omgevingen waar mensen dicht op elkaar leven en werken, zijn het de meest kwetsbaren die een grotere kans hebben om geïnfecteerd te worden. Mensen die bang zijn om hun inkomen te verliezen, zijn minder geneigd om quarantainemaatregelen op te volgen. Mensen die in krappe huizen wonen, hebben het moeilijker om in hun kot te blijven. Mensen die in sectoren werken waar afstand houden moeilijk is, kunnen vaak niet telewerken. Wanneer we de verspreiding van het virus willen tegengaan, moeten we dus ook de ongelijkheid in de werk- en leefomstandigheden van die mensen aanpakken. Dat betekent vooral dat de meest kwetsbaren fatsoenlijke inkomensondersteuning moeten krijgen.
Daar wringt het schoentje. Onze welvaartsstaat is omvangrijk, maar niet doelmatig. Wie geen beroep kan doen op de tijdelijke werkloosheid of het overbruggingsrecht, valt uit de boot. Van fatsoenlijke inkomensbescherming is dan geen sprake. Het leefloon? Dat is geen effectieve stabilisator om de impact van corona op te vangen. Integendeel. Wie een leefloon wil, moet eerst het eigen spaargeld opgebruiken, om dan pas recht te hebben op een uitkering die ver onder de armoedegrens ligt. Dat is mensen niet opvangen, dat is ze dieper duwen. En als de vaccinatiestrategie op kruissnelheid is gekomen en het deksel van de snelkookpan mag, dan wordt een forse stijging van de werkloosheid verwacht. Voor corona toesloeg, leefde de helft van de ‘gewone’ werklozen al in armoede. Ook die mensen beschermen we onvoldoende. De vloer onder de welvaartsstaat ligt er nog wel, maar hij is vermolmd en wie er doorzakt, valt diep.
Focus niet op ouderen
Weinig mensen trekken nu nog de waarde van de sociale zekerheid en de gezondheidszorg in twijfel. Dat momentum moeten we aangrijpen om de noodzakelijke hervormingen door te voeren: hoe bieden we voldoende inkomensbescherming en stabiliteit aan iedereen?
Het is een teer punt in coronatijden, maar: de focus moet daarbij niet op de ouderen liggen. Een verhoging van het minimumpensioen tot 1.500 euro is geen prioriteit. Dat zal veel politieke energie en vooral veel geld kosten, middelen die niet meer gebruikt kunnen worden om de weeffouten uit het systeem te halen. Sterker, de sociale uitgaven voor 65-plussers zijn in de voorbije jaren méér gaan herverdelen. De sociale uitgaven voor actieven en kinderen zijn minder herverdelend geworden. Daar zit de knoop. Ik stel een drietrapsraket voor:
1. Tijdens de coronacrisis is de gezondheidszorg de rots in de branding voor iedereen die zorg nodig heeft. Ze is deel van de sociale zekerheid en wordt vooral gefinancierd via sociale bijdragen, door de werkenden dus. Als de gezondheidsuitgaven dan stijgen, gaat dat ten koste van betere inkomensbescherming. Gezondheidszorg of inkomensbescherming? Onmogelijke keuze, beide zijn nodig. Haal de gezondheidszorg uit de sociale zekerheid en financier dat via de belastingen. Zo draagt iedereen bij.
2. Dat laat toe om in de sociale zekerheid te focussen op de kern van de zaak: fatsoenlijke inkomenszekerheid en bescherming tegen sociale risico’s zoals werkloosheid, ziekte, invaliditeit, ongeval of pensioen. Denk na hoe de sociale bijdragen hervormd kunnen worden, zodat minder mensen uit de boot vallen.
3. De sociale bijstand moet een echt sluitstuk van de welvaartsstaat worden. Draai de logica om. Eerst moeten mensen die nergens anders terechtkunnen, fatsoenlijk beschermd worden. Hogere leeflonen, minder voorwaarden. Pas daarna kan een tegenprestatie worden verwacht. Hier kan de filosofie van het basisinkomen inspirerend zijn.
Het staat iedereen vrij om het daar grondig mee oneens te zijn. Maar wat we nodig hebben, is een plan. Breng naar analogie met de pensioencommissie een groep experts samen die wars van politieke voorkeuren en kortetermijndenken een blauwdruk maken van de sociale bescherming van de toekomst. En laat dan de politiek in alle transparantie beslissen. Want dat is dé opdracht voor Vivaldi: de welvaartsstaat weerbaar maken voor de volgende crisis, hoe die er ook zal uitzien.
Palgrave Handbook of Family Policy
Out now and available open access: the Palgrave Handbook of Family Policy, edited together with Rense Nieuwenhuis.
This new open access handbook provides a multilevel view on family policies, combining insights on family policy outcomes at different levels of policy-making: supra-national organizations, national states, sub-national or regional levels, and finally smaller organizations and employers.
At each of these levels, a multidisciplinary group of expert scholars assess policies and their implementation, such as child income support, childcare services, parental leave, and leave to provide care to frail and elderly family members. The chapters evaluate their impact in improving children’s development and equal opportunities, promoting gender equality, regulating fertility, productivity and economic inequality, and take an intersectional perspective related to gender, class, and family diversity.
Television interview in TerZake
In the Flemish current-affairs program TerZake on the Flemish Public Service Broadcaster, I expressed my concern on the short-term and longer-term impact of the coronavirus pandemic on the poverty risk, in particular for those persons and families who are not eligible for social security benefits.
Interview: “Armoede vraagt om ambetante scholen”
Armoede is een maatschappelijk probleem. Klopt! Maar dat wil niet zeggen dat scholen en leraren niets kunnen doen. “Door met de juiste blik naar armoede te kijken, met ouders verantwoordelijkheid te delen en structureel samen te werken met de lokale overheid, giet je niet langer druppels op een hete plaat”, zeggen armoede-experts Griet Roets (UGent) en Wim Van Lancker (KULeuven).
Sinds de lockdown vorig schooljaar luiden de alarmbellen over armoede. We wisten toch al langer dat er een probleem was?
Wim Van Lancker: “Het onderwijs had al veel aandacht voor armoede. Vooral in beleidsplannen, schoolreglementen en onderwijsblogs. Niet altijd in daden. Nu ondervonden álle scholen het opnieuw aan den lijve. Het onzichtbare werd zichtbaar. Als kansarme leerlingen in de klas zitten, zie je of ze meedraaien. Maar als je online lesgeeft, ben je ze snel kwijt. Hoe komt dat? Ouders doen er alles aan zodat leraren en directeurs niet zien dat hun kinderen in armoede opgroeien. Om vooroordelen en stigma te vermijden, maar ook uit schaamte. Plots merken leraren ook in ‘rijke’ scholen dat er een probleem is.”
Griet Roets: “Veel leraren, zorgcoördinatoren, tot zelfs directeurs weten dat sommige gezinnen in armoede leven, maar zolang het kan, stellen ze een schoolplan tegen armoede uit. Maar een armoedebeleid mag niet in het bakje van individuele leraren zitten. Anders tikken collega’s en directie leraren die zich inzetten voor zo’n gezin zelfs op de vingers. ‘Dat is je taak niet!’. Ze zien de armoede wel, maar handelen toch niet armoedebewust. Tot nu, want kansarme kinderen zijn de eerste die je kwijt speelt tijdens afstandsonderwijs.”
Op-Ed in De Standaard
Opinion piece in De Standaard on the policy measures that should be deployed at the Flemish level to support vulnerable workers and their families. Click here to read the op-ed.